We hebben haar begraven op haar 66e verjaardag, 26 oktober 1994. De kist werd hoog op de schouders gedragen. Stijlvol, waardig, want daar hield ze van. Daarachter een lange stoet mensen. En bovenop de kist een groot bloemstuk van rode rozen.
Precies een jaar eerder had ik al afscheid van haar genomen. Eindelijk liet ze zien dat ze trots op me was. De arts die haar zou opereren was te laat en excuseerde zich. Hij had het te druk. ‘Laat mijn dochter je dan helpen’, zei ze, ‘die kan alles’. Ik hielp haar met de laatste voorbereidingen voor de operatie. Ze bedankte me. Het kwam uit haar hart. Dank dat ik haar dochter was, dank dat ik er voor haar was. Dat was voor mij het echte afscheid.
Op haar 65e verjaardag kreeg ze van mijn vader een grote bos rode rozen. Ze ging ermee op de foto. Die werd uitvergroot en verspreid. En niet zonder reden. Elk jaar weer hoopte ze rozen te krijgen. Maar kreeg ze spinchrysanten. Elke bloem verpakt in een apart cellofaantje. Dure bloemen, die lang bleven staan. Soms wel drie weken. Maar ze was romantisch en dus elk jaar weer een beetje teleurgesteld.
Kort na die verjaardag kwam de diagnose. Een hersentumor. Opereren kon uitstel geven, maar te genezen was ze niet. Na de operatie was ze verlamd, haar spraakcentrum was verstoord en het decorum was weg. Ze leefde nog, maar eigenlijk was ze al verdwenen. Die moeder van mij, met haar enthousiasme, haar directheid, haar lichtgeraaktheid, haar warmte, haar intensheid, haar vermogen te genieten. Een jaar lang zat ze opgesloten in zichzelf. Boos was ze, wantrouwig, bang. Een veeleisende patient, met liefde, aandacht en zorg omringd. Niet meer in staat om dat te waarderen.
Ik moet bekennen dat ik na haar overlijden vooral opluchting voelde. Het verdriet kwam veel later en in kleine stukjes. Alle keren dat ik haar even had willen bellen. Om iets te vragen, iets te delen. Toen onze jongste zoon geboren werd, die we vernoemden naar mijn vader. Als ik jarig was en niet meer het verhaal te horen kreeg over mijn geboorte. Al die momenten dat ik besefte dat ik geen moeder meer had en dus geen kind meer was.
En rode rozen? Die zorgen er nog altijd voor dat ik even aan haar denk. Met een glimlach.
Pingback: Levendige Allerzielen | levenendood
Je zoekt én vindt een overleden geliefde in de kleinste dingen op onverwachte momenten. Onze zoon verongelukte nu bijna vier jaar geleden. Voor zijn uitvaart kozen we zonnebloemen omdat hij zo’n zonnige, blije kerel was. Zonnebloemen zullen ons voor altijd aan hem doen denken en maken ons blij als we ze ergens zien.
Veel liefs en dank je wel voor je mooie, troostende teksten.
Warme groet, Hilde
Beste Hilde,
Wat bijzonder toch, dat herkenning troost kan geven. En fijn dat mijn blog daar voor jou iets in betekent. De tijd van de zonnebloemen komt eraan. Dus veel aanleiding om je zoon te herdenken! Zonnebloemen zijn trouwens mijn favoriet: open, fleurig, gericht naar de zon, zonder capsones en met een groot hart.
Met warme groet,
Marion Kroezen 06-54 22 83 31
Wat mooi Marion. Een blog die je bijna meer voelt dan leest.
Ha Christianne, dank voor je reactie! Mooi dat het zo overkomt. Hoe heb je mijn blog gevonden? groet, Marion
Wat een prachtige impressie van de liefde van moeder en dochter. Doet me denken aan O’Rourke The long goodbye, maar nog mooier vind ik. Wat vond je vader van deze tekst? lieve groet Petra Branderhorst
Mooi, liefdevol en waardig geschreven. In deze ‘beperkte’ tekst kon ik al een prachtige vrouw voor me zien, die je zeker enorm mist, maar altijd in je hart aanwezig blijft.. ook door de rozen♥
Dag Karin, dank voor je mooie reactie. Sowieso heel leuk dat je reageert. Ik stuur zo’n bericht maar gewoon de ether in en dan is het goed om te horen waar en hoe het landt. Groet, Marion
Mooi beschreven, Marion. Lief hoe je over haar schrijft, ondanks de pijn dat laatste jaar. Op een gegeven moment komt het beeld weer terug hoe ze echt was. Dank!